Ongeveer 30 jaar geleden werd een eeuwenoude Oosterse traditie van het trainen van de aandacht in een nieuw (Westers) jasje gestoken. Deze werd mindfulness genoemd. Het bleek een effectieve manier om jezelf te durven voelen en te leren om met jezelf om te gaan. De basis is kijken vanuit een milde en open aandacht naar jezelf vanuit dit moment. Het vraagt je om nieuwsgierig te zijn naar jezelf en te kijken naar de processen die zich afspelen in jezelf en in de contacten met anderen.
Voelen is hierbij zeer belangrijk. Wij zijn immers voelende wezens. Ons lichaam is het enige instrument waarmee we kunnen voelen. Vaak zijn we heel erg met ons hoofd bezig en niet met ons lichaam, terwijl alleen daar de wetenschap van het voelen aanwezig is.
Bij mindfulness gaat het niet om in hogere sferen terecht te komen of je beter te voelen. Het gaat erom om in het moment te zijn en te accepteren wat daar is. Dat kunnen prettige, onprettige of neutrale gevoelens zijn. Dat ervaren met een openheid, nieuwsgierigheid en zonder vooroordelen, dat is waar het om gaat.
Vaak zijn we geneigd om onze gevoelens weg te drukken om ze zo niet te hoeven voelen. Op de korte termijn lijkt dat een succesvolle methode, maar op de lange termijn levert dat altijd extra (lichamelijke en/of geestelijke) pijn en stress op.
De oefeningen die ik doe zijn gericht op de volgende thema’s:
- De automatische piloot;
- Waarnemen zonder oordeel;
- Compassie voor jezelf en anderen;
- Met aandacht in contact.